Top Nederlandse academie gelooft niet in slagen open access plan S

Generatiekloof wordt zichtbaar op KNAW bijeenkomst.

Verslag | door Sicco de Knecht
6 november 2018 | Donderdag kregen leden van de KNAW de gelegenheid om ten overstaan van speciaal EU gezant Robert-Jan Smits en Stan Gielen (NWO) hun zorgen te uiten over open access Plan S. Ze vragen vooral om meer tijd en een minder rigoreuze overstap. Smits: “De wetenschappelijke gemeenschap heeft dertig jaar de tijd gehad om hun model bij te stellen. Maar jullie hebben niets gedaan. Dus waarom moeten we nu gevoelig zijn voor de vraag om meer tijd?"
Bibliotheek in Leeds – Foto: Michael D. Beckwith

“Ik ga er met een bulldozer doorheen,” zo klonken de illustere woorden die Robert-Jan Smits uitsprak op de dag dat hij speciaal gezant open access werd. Nu Plan S hard op weg is om realiteit te worden wordt duidelijk dat deze benadering ook de nodige weerstand oplevert. Vooral onder gevestigde wetenschappers, zo blijkt op een middag georganiseerd door de KNAW in Amersfoort.

Voor de gelegenheid heeft de Akademie vier van zijn gerespecteerde leden uitgenodigd om vanuit hun vakgebied te reflecteren op de implicaties van de strikte open access regels die onder andere vanuit NWO en de European Research Council gesteld zullen worden. Dat de huidige publicatiestandaard per vakgebied verschilt mag inmiddels geen verrassing meer heten.

Ook het terechte commentaar dat Plan S vooral uit lijkt te gaan van publicaties in wetenschappelijke tijdschriften komt langs, gevolgd door het benadrukken van de diversiteit over vakgebieden heen. De door de vier sprekers geschetste verschillen vormen dan ook een prima geheugensteuntje voor de implementatie.

Opvallender is de hoge mate waarin de sprekers het met elkaar eens zijn. Elk van de bijdragen begint met de woorden: “In mijn vakgebied zijn we vanzelfsprekend voor open acces,” die vervolgens steevast worden opgevolgd door de zinsnede “maar voor ons is het problematisch want…” gecombineerd met een verzoek om meer tijd.

Shocktherapie is de enige manier

Meer tijd is er niet volgens initiator van Plan S Robert-Jan Smits die eveneens aanwezig is. In reactie op de presentatie van religiewetenschapper Birgit Meyer (Universiteit Utrecht), waarin zij vraagt om meer tijd voor implementatie vraag hij venijnig: “De wetenschappelijke gemeenschap heeft dertig jaar de tijd gehad om hun model bij te stellen. Maar jullie hebben niets gedaan. Dus waarom moeten we nu gevoelig zijn voor de vraag om meer tijd?”

Smits is zich ervan bewust dat deze aanpak een heuse “shocktherapie” voor veel wetenschappers moet zijn. “Maar het is volgens mij de enige manier om vooruitgang te boeken.” Het achterblijvende aandeel vrouwen in de academie ziet hij als een vergelijkbaar probleem. “Daar krijgen we ook altijd het antwoord van instellingen en instituten dat ze meer tijd nodig hebben om hun zaken op orde te krijgen. Ik geloof er niet meer in. Het verandert alleen als geldschieters en overheden ingrijpen.”

Meyer laat zich duidelijk niet de les lezen en werpt Smits toe dat de vraag om meer open access de afgelopen jaren bepaald niet hoog op de prioriteitenlijst heeft gestaan. “Wij worden al jaren door beleidsmakers aangestuurd op het hoger scoren op allerlei lijstjes ten behoeve van rankings en impact. Het is niet alsof we hebben zitten slapen, er zijn gewoon talloze andere dingen waar we ons mee bezig hebben moeten houden.”

Ze geeft aan ten principale voor open access te zijn, maar dat er ook een zekere mate van afstemming en overleg moet zijn. “De subsidieverstrekkers zijn ook afhankelijk van ons. Zonder ons is er niemand om dat geld aan te geven. Wat ik niet begrijp is dat er op zo’n korte termijn een dermate grote schok door het systeem gestuurd moet worden, zonder dat er tijd is voor fatsoenlijk overleg.”

Nog nooit verteld niet naar impact factor te kijken

Spinozaprijswinnaar en redacteur van het open access tijdschrift e-Life Anna Akhmanova (Universiteit Utrecht) doet in haar bijdrage nog een duit in het zakje aan het adres van NWO. “Ik wil onze subsidiepartijen graag eens recht in de ogen kijken en vragen: wat hebben jullie de afgelopen jaren nu werkelijk gedaan om deze waarden van openheid te stimuleren?”

“Ik zit al jaren in jullie commissies, ERC en NWO,” vervolgt Akhmanova, “ik moet allemaal cursussen doen over gender bias en diversiteit. Maar in al die jaren ben ik nog nooit geïnstrueerd dat ik niet naar publicaties en impactfactoren moet kijken. Dus hoe kan het zijn dat jullie de boel nu helemaal omgooien. Wie gaat de rommel opruimen wanneer het ongetwijfeld misgaat?”

Alhoewel moderator Wim van Saarloos aan het begin van de avond nog vraagt om van de eveneens aanwezige Smits en directeur van NWO Stan Gielen niet de Kop-van-jut te maken lijkt dit verzoek dus al snel aan dovemansoren besteed te zijn. Zowel de sprekers als de zaal zien in deze middag eerder een uitgelezen mogelijkheid om beide heren eens flink de oren te wassen.

Van Saarloos zelf trapt tijdens zijn introductie de discussie al af door te wijzen op de stevige verwevenheid van publiceren en de carrièrekansen van wetenschappers. “Ik hoorde al van een collega dat een van de postdocs die bij hem wil komen werken twijfelt of hij wel naar Nederland wil als Plan S in gaat.” Tijdens de discussie klinken er vanuit de zaal soortgelijke geluiden over problemen met het werven van jonge onderzoekers, maar Robert-Jan Smits is niet onder de indruk. “Het meervoud van anekdote is geen bewijs zou ik zo zeggen.”

Geen kritische massa

Naarmate de middag vordert blijkt steeds weer hoe praktijk en ideaal elkaar steeds maar weer ontlopen. Waar voorstanders van Plan S vooral conservatisme en cognitieve dissonantie bespeuren stellen de tegenstanders van Plan S dat de subsidiepartijen hypocriet en roekeloos zijn. Op een meer pragmatische toon willen sommige aanwezigen weten hoe serieus het plan eigenlijk genomen moet worden. Hoe breed is de wereldwijde steun voor het plan, en staan bijvoorbeeld de Nederlandse overheid en universiteiten er wel achter?

Alhoewel er met de toevoeging van de Wellcome Trust en de Gates foundation Dit werd afgelopen maandag pas bekend gemaakt, dus was op de bijeenkomst nog niet duidelijk. nu zestien partijen zijn die Plan S onderschrijven is dit voor lang niet alle aanwezigen genoeg. Natuurkundige Dethlef Lohse loopt in zijn presentatie een lijst met collega’s af die allemaal buiten Europa geboren zijn. “We moeten ons realiseren dat de coalitie te klein is en ook al gaat Nederland helemaal over naar open access ben je met 17 miljoen niet genoeg om de wereld van het publiceren te veranderen.”

In het paneldebat zegt Lohse de president van de Duitse evenknie van NWO goed te kennen en van hem persoonlijk te hebben gehoord dat DFG De Deutsche Forschungsgemeinschaft (DFG) is de Duitse evenknie van onderzoeksfinancier NWO. “nooit zijn handtekening zal zetten onder Plan S. In ieder geval niet zolang hij nog de scepter zwaait. En ook China zal nooit een handtekening zetten onder een dergelijk plan. Ze geloven daar minder in een top-down benadering…” voegt Lohse daar (hopelijk) grappend aan toe.

Beperkt perspectief

Op een gegeven moment wordt het de jonge wetenschappers die afgekomen zijn op de bijeenkomst te gortig. President van de Europese organisatie voor jonge promovendi en postdocs EuroDoc Gareth O’Neill opent het vuur in de richting van het podium. “De onderzoekers die nog aan het begin van hun carrière staan zijn overwegend voor Plan S. Ons is wel opgevallen dat veel van de kritiek komt van gevestigde wetenschappers, dezelfde mensen die het huidige systeem tot stand hebben gebracht.”

Een vergelijkbare observatie wordt gemaakt door lid van de Young Academy van de Universiteit Utrecht Sanli Faez. “Deze discussie is volgens mij absoluut niet representatief voor wat er in de academische gemeenschap leeft. Hier voor me op het podium zitten allemaal zeer gerespecteerde academici, maar laten we eerlijk zijn en vaststellen dat slechts een op de tienduizend jonge onderzoekers op hun positie terechtkomen. Zij kennen een hoge waarde toe aan publiceren voor iemands carrière, maar dat is slechts voor een zeer beperkt deel van de onderzoekers relevant.”

Publicatiepioniers onder de aanwezigen kunnen het uiteindelijk ook niet laten om hun verbazing over de houding van hun collega’s uit te spreken. Johan Rooryck die als hoofdredacteur van het Elsevier tijdschrift Lingua in een keer met de hele redactie overschakelde naar een onafhankelijk en open access model (Glossa) vindt het conservatisme in de zaal stuitend. “Ik snap niet waar jullie zo moeilijk over doen. Wij hebben de hele toko omgegooid, alles is nog steeds van even hoge kwaliteit en onze reputatie is geheel behouden. We zouden met zijn allen moeten ophouden met zeuren en in actie moeten komen.”

Ook oprichter van Sci|Post Jean-Sébastien Caux krijgt uitgebreid spreektijd om zijn open access publicatieplatform toe te lichten. “De redenen waarom we naar open access willen onderschrijven we al decennia, we doen er alleen niets aan. Plan S is gewoon de laatste realisatie van deze visie. De grootste beperkende factor in deze hele transitie ligt bij het conservatisme van mijn collega-wetenschappers, en het is niet meer te rechtvaardigen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK