Direct naar artikelinhoud
DubbelinterviewSophie Hermans & Jan Paternotte

Het is de hoogste tijd om de regels voor embryo’s te moderniseren, aldus VVD en D66

Sophie Hermans en Jan Paternotte.Beeld Jean-Pierre Jans

Op gebied van medische ethiek heeft de wetgeving te lang stil gestaan, vinden VVD en D66. Fractievoorzitters Sophie Hermans en Jan Paternotte willen dat veranderen: ze willen nieuwe embryotechnieken toestaan.

Op sommige momenten onherkenbaar gehuld in laboratoriumkleding, een haarnetje op het hoofd, waren fractievoorzitters Sophie Hermans (VVD) en Jan Paternotte (D66) op werkbezoek in Maastricht, een week geleden. In het academische ziekenhuis UMC voerden ze gesprekken met ivf-artsen. Een van de onderwerpen: het selecteren van embryo’s in verband met dragerschap van ernstige erfelijke ziekten.

Wat dat werkbezoek bijzonder maakte, was de boodschap van de fractievoorzitters. Twee fractieleiders tegelijkertijd in de ziekenhuisgangen, dat betekent: medische ethiek is politieke chefsache geworden. Hermans en Paternotte trekken daarbij samen op.

De missie: uitbreiding van de Nederlandse embryowet, die nu strenger is dan in veel omringende landen. Zo is het maken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld niet toegestaan. Daar willen de twee liberale fracties verandering in brengen. Nog dezelfde avond schoven Hermans en Paternotte aan bij een discussiebijeenkomst met experts en publiek, georganiseerd door hun beider partijen samen.

Samen vooruit

Uitbreiding van de embryowet is het grote nieuwe medisch-ethische thema, waarmee VVD en D66 de komende kabinetsperiode samen ‘vooruit’ willen, zeggen Hermans en Paternotte. Hun fracties bereiden nieuwe initiatiefwetgeving voor. Het streven is om al dit jaar te komen met het voorstel om embryoselectie voortaan ook toe te staan bij dragerschap van een ernstige erfelijke ziekte. De tweede wens is het maken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek toe te staan. Dat is nu nog verboden.

Zo staat medische ethiek weer prominent op de politieke agenda. Het is het gevolg van afspraken in het regeerakkoord. Anders dan in de vorige kabinetsperiode willen de vier partijen van kabinet-Rutte IV elkaar nu zo veel mogelijk vrijlaten over medisch-ethische kwesties. Fracties kunnen binnen de afspraken met eigen voorstellen komen; Kamerleden maken individueel hun afweging hoe ze stemmen.

Een verademing, vinden fractievoorzitters Hermans en Paternotte.

U vond het tijd dat het slot er vanaf ging? In dit regeerakkoord staan minder harde afspraken over medische ethiek.

Paternotte (D66): “Voor het eerst sinds het Paarse kabinet – sinds twintig jaar – is er weer politieke ruimte voor deze onderwerpen. Het gaat er meteen ook veel vaker over. De Tweede Kamer nam onlangs het besluit om bij abortus de verplichte bedenktermijn te schrappen en de abortuspil via de huisarts beschikbaar te maken. Dat waren goede, fundamentele debatten met over en weer veel respect voor de verschillen in standpunten. We hebben denk ik met z’n allen laten zien dat het debat over medische ethiek heel open gevoerd kan worden. Het betekent ook dat er voor een aantal liberale waarden weer meer ruimte is. Want ik wil ook vooruit.”

Hermans (VVD): “Medische ethiek is geen onderwerp dat je in een middag aftikt. Respect en aandacht voor elkaars uitgangspunten zijn belangrijk. We hebben in de formatie veel geïnvesteerd in onderlinge gesprekken. Om goed van elkaar te begrijpen: wat is nou belangrijk, enerzijds voor VVD en D66, anderzijds voor CDA en ChristenUnie? Ik vind het mooi hoe dit tot de afspraak heeft geleid om de verschillen te respecteren en op gebied van medische ethiek stappen te kunnen zetten.”

Waait er met twee liberale partijen die voorstellen indienen een duidelijk liberale wind?

Paternotte: “Of een progressieve wind. We trekken net zo goed op met de oppositie. Bij de modernisering van de abortuswet zaten we samen met GroenLinks en de PvdA in het vak.”

Hermans: “Een liberale wind? Dat klinkt meteen zo koud en guur. Ik voel vooral dat er meer ruimte is voor onderwerpen die gaan over persoonlijke vrijheden. Hoe kunnen we stappen zetten die passen bij deze tijd? Op welke manier willen we die persoonlijke vrijheid invullen? Daar gaat het volgens mij over.”

“Het is altijd zoeken naar een goede balans. Als het gaat over embryowetgeving zoek je de balans tussen het beschermen van ongeboren leven én de vooruitgang die de medische wetenschap mogelijk maakt, zodat ouders in een ivf-traject meer mogelijkheden krijgen voor een gezond kindje. Ik verzet me tegen het beeld dat onder liberale partijen het adagium opeens zou zijn: alles wat kan, moet mogen. Wetgeving maak je juist om de grenzen aan te geven van wat je níet wilt en wat gevaarlijk is of beschermd moet worden.”

D66-fractievoorzitter Jan Paternotte en VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans.Beeld Jean-Pierre Jans

Paternotte: “Nederland durft weer stappen te zetten met nieuwe wetgeving. We liepen op medisch-ethisch gebied zeker niet meer voorop. We zijn een inhaalslag aan het maken. Soms kun je elkaar op praktische argumenten heel goed vinden. Het CDA heeft er bijvoorbeeld mee ingestemd dat de abortuspil beschikbaar komt via de huisarts. Niet omdat ze juichend zijn. Maar omdat het de zorg toegankelijker maakt voor vrouwen die in een heel moeilijke situatie zitten.”

Waarom bundelen VVD en D66 de krachten? Wilt u daarmee een signaal afgeven?

Hermans: “Het is goed om aan het land te laten zien: er is in de politiek vaak ruzie en er zijn tegenstellingen, maar er wordt ook samengewerkt. Dat gebeurt hier ook! Wij gaan als twee fracties, vanuit de Tweede Kamer, zelf initiatiefwetten maken. Er is ook een heel praktische reden. Als Kamerfractie zelf een wet ontwerpen is complex en je komt altijd dilemma’s tegen. Het maakt de voorstellen sterker als we die met twee fracties bespreken.”

Paternotte: “Het is misschien ook een generatiekwestie. Zowel Sophie als ik werd als dertiger fractievoorzitter. Wij zijn doorbraakliberalen die na jaren van discussie over medische ethiek nu ook praktische stappen willen zetten.”

U wilt nog deze kabinetsperiode embryoselectie mogelijk maken bij dragerschap van ernstige ziekten. Wat zijn de dilemma’s?

Paternotte: “Persoonlijk heb ik in mijn leven ervaren dat het totaal niet vanzelfsprekend is dat een kinderwens zomaar kan worden vervuld. Ik dank mijn twee dochters aan de medische wetenschap; zonder moderne vruchtbaarheidstechnieken waren ze er niet geweest. Het is een tijd waarin al heel veel kan. Maar er komen nog steeds nieuwe technieken bij die iets toevoegen, die volgens wetenschappers veel leed kunnen voorkomen.”

“Ouders bij wie in de familie ernstige afwijkingen voorkomen – dat heb ik zelf gelukkig niet meegemaakt – hoor ik echt niet zeggen dat ze koste wat kost een gezond kind willen. Ze willen alleen niet de erfelijke ziekte doorgeven, waarvan ze de ellende té goed kennen. Het is al mogelijk om met behulp van ivf en een ‘pre-implantatie genetische test’ te voorkomen dat het kind zelf de ziekte heeft. Voor de meeste ernstige erfelijke ziektes bestaat die optie al. Maar het kind kan nog steeds dráger zijn. Wij willen de volgende stap zetten: dat het kind ook geen drager meer hoeft te zijn.”

Hermans: “Op de discussiebijeenkomst vertelde een vader bij wie de ziekte van Huntington al generaties in de familie zit hoe heftig dat is. Hij was blij dat hij dat voor zijn zoontje heeft kunnen voorkomen, dankzij de wetgeving die er nu al is. Ons voorstel is om nog meer mensen een gezond kindje te gunnen. Als een kind geen drager meer hoeft te zijn, schuift het niet meer door naar de volgende generaties.”

Het verbod op het maken van embryo’s is volgens VVD en D66 ook aan herziening toe.

Hermans: “Wetenschappers vragen daar al jaren om. Het doel is de kwaliteit van de ivf-zorg te verbeteren. De slaagkans van ivf is nog steeds beperkt. Kinderen die via ivf worden geboren, hebben vaker een moeilijke start met een lager geboortegewicht. Om dat te onderzoeken en te verbeteren is het nodig meer te weten over de ontwikkeling van een embryo in de eerste dagen na de bevruchting. Door het huidige moratorium op het maken van embryo’s kan er in Nederland maar relatief beperkt onderzoek plaatsvinden naar verbeteringen. Ik hoop dat de slaagkans groter wordt en dat de kinderen meer kans krijgen om gezond te zijn.”

Paternotte: “Gemiddeld slaagt maar 25 procent van de ivf-pogingen, hè. Denk je dat in, ook hoe zwaar de behandelingen zijn. Ouders lopen tegen grote teleurstellingen aan. Ze komen nog vaak voor de keuze te staan de kinderwens op te geven of naar het buitenland te gaan.”

In het regeerakkoord is afgesproken dat VVD en D66 hierover een wet mogen voorbereiden en indienen, maar dat er niet over wordt gedebatteerd. Dat lag te gevoelig voor de ChristenUnie?

Hermans: “We hebben hier in de formatie veel over gesproken. VVD en D66 willen een stap vooruit zetten. Maar voor de ChristenUnie en CDA zijn er zorgen en grenzen. De afspraak is dat we elkaar veel vrijheid gunnen, maar met één beperking. VVD en D66 kunnen beginnen met een initiatiefwet om het verbod op te heffen op het maken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek. Maar het debat en het besluit erover zijn iets voor een volgende kabinetsperiode. Dat is de ruimte die we hebben gevonden. Voor ons is het toch belangrijk dat we vast met de voorbereidingen aan de slag kunnen. Het zijn veelomvattende vragen en we willen investeren in een maatschappelijke dialoog en in gesprekken met ethici, gynaecologen en fertiliteitsartsen. Het is goed om er de tijd voor te nemen.”

D66-fractievoorzitter Jan Paternotte en Sophie Hermans, voorzitter van de VVD-fractie in de Tweede Kamer.Beeld Jean-Pierre Jans

Paternotte: “Politieke discussie over medische ethiek kosten tijd, dat is altijd zo geweest. Een afspraak om niet over een ingediende wet te debatteren, hoeft overigens niet twee kabinetsperiodes te duren...”

Gaat D66 nog verder met die andere veelbesproken initiatiefwet,  over ‘voltooid leven’? De Raad van State heeft scherpe kritiek. Er zitten te weinig waarborgen in.

Paternotte: “Wij gaan met die kritiek aan de slag, maar het betekent zeker niet dat het stil komt te liggen. Wij blijven het een belangrijke wet vinden, vooral vanwege het principe dat mensen zelf moeten kunnen beschikken over een waardig levenseinde. Er is in Nederland veel steun voor dat principe. Het is aan ons te zorgen dat er een goede wet komt. We hebben nooit de illusie gehad: dat is makkelijk, dat regelen we even. We gaan ermee door en zullen met een aangepaste versie van ons laten horen. D66 ziet het als een opdracht om dat wettelijk mogelijk te maken op een zorgvuldige manier. Zelfs al zou het maar een kleine groep mensen zijn die er uiteindelijk gebruik van maakt.”

U gaat als fractievoorzitter beiden zelf de debatten doen over medische ethiek. Wat voor stempel gaat u zetten?

Paternotte: “Ik wil inhoudelijk dingen bereiken met een een nuchtere stijl”.

Hermans: “Ik wil recht doen aan hoe we in de formatie als vier partijen met allerlei moeilijke onderwerpen zijn omgegaan. Medische ethiek en persoonlijke vrijheden zijn onderwerpen die mij na aan het hart liggen. Daarom heb ik gezegd: dan wil ik die initiatiefwetten ook zelf gaan maken. Ik vind het belangrijk dat de VVD in het denken daarover vooruit blijft gaan. Medische ethiek is voor de VVD altijd belangrijk geweest. Het was ooit VVD-staatssecretaris Els Veder-Smit die de abortuswet initieerde, met de PvdA. VVD-minister Edith Schippers begon de discussie over de embryowet. Ik ben gemotiveerd het werk van mijn voorgangers voort te zetten. Op al die thema’s kijk ik ‘hoe helpt dat’ en ‘hoe borgt dat’ de vrijheden die we zo hard hebben bevochten? Vrijheid is voor de VVD is ook vechten voor vrouwenrechten, voor ouders met erfelijke ziekten in de familie, voor euthanasiewetgeving.”

Paternotte: “Voor medische ethiek is nu meer ruimte dan in de afgelopen jaren. Die ruimte wil ik tot de laatste vierkante centimeter benutten. Op een respectvolle manier.”

Aanvulling: In een eerdere versie sprak Jan Paternotte over een afspraak om een wetsvoorstel niet te dienen. Dat moet zijn: een afspraak om niet over het voorstel te debatteren. Dit is hierboven aangepast.

Lees ook: CDA’er Hilde Palland vindt bedenktijd bij abortus niet paternalistisch

Een meerderheid in de Tweede Kamer wil af van de vijf dagen verplichte wettelijke beraadtermijn voor vrouwen die een abortus overwegen. “Het gaat niet om betutteling of paternalisme: de vrouw besluit, daar blijft ook het CDA voor”, aldus Kamerlid Hilde van Palland.

De Kamer is op drift, niet gehinderd door enige zelfbeheersing

Politiek Den Haag is bevangen door stress, ziet columnist Bart Zuidervaart. ‘Sinds het roemruchte 1 april-debat, over de ‘functie elders’ van Pieter Omtzigt, zijn de onderlinge verhoudingen gespannen, zelfs overspannen. Op geen enkel moment is de rust echt teruggekeerd, nooit zijn de geschonden relaties hersteld.’