Direct naar artikelinhoud
Wetenschap

Angst en onbegrip zetten genetische technieken in Nederland op achterstand

De rode grapefruit is ontstaan door bestraling van de gewone grapefruit.Beeld colourbox

Europa is zeer terughoudend met genetische technieken. En in deze toch al keurige klas is Nederland het braafste jongetje. De gevolgen zijn ingrijpend, niet alleen voor de landbouw, maar ook voor kankerpatiënten. Onnodige schade, zeggen deskundigen.

Als hij een lezing geeft, heeft hij vaak een grapefruit bij zich. Een rode grapefruit. Zo zag de vrucht er van nature niet uit, vertelt Bert Lotz van Wageningen Universiteit. “Het is een mutant, die ze decennia geleden hebben verkregen door zaadjes van de grapefruit te bestralen. Aan die straling heeft de moderne, rode grapefruit twee genen te danken. Het ene gen geeft het vruchtvlees de rode kleur, het andere maakt hem vrijwel pitloos.”

Het voorbeeld maakt altijd weer ­indruk, zegt de ecoloog. De grapefruit blijkt minder natuurlijk dan gedacht. Omdat de methode met bestraling al oud is, valt hij onder de klassieke mutagenese en is de teelt vrijgesteld van een toelatingsprocedure. Lotz: “Tegelijk weten we dat je met straling veel meer veranderingen in het DNA van de plant aanbrengt dan alleen die twee genen. Nu zouden we dat veel preciezer kunnen, met Crispr-car, maar die techniek wordt in Europa aan een uitgebreide procedure onderworpen.”

Het Europese beleid op het gebied van genetische modificatie is achterhaald en veel te streng, beweren deskundigen al jaren. Het is al lang en breed door wetenschappelijke ontwikkelingen ingehaald en staat nieuwe toepassingen in de weg. Nederland is in dat verband het braafste jongetje van de klas. Dat bleek donderdag toen wetenschappers in deze krant alarm sloegen over de zware procedures, die ook gelden voor bepaalde vormen van kankertherapie. Daarbij worden de afweercellen van een patiënt genetisch, veranderd zodat ze de tumorcellen herkennen en opruimen.

Te weinig tijd

De therapie werd in 2012 voor het eerst toegepast bij de toen zesjarige Emily Whitehead uit Philadelphia. Emily leed aan leukemie en leek uitbehandeld. De veranderde afweercellen deden hun werk en Emily genas. 

“Als Emily in Nederland had gewoond, had ze het niet gered”, zegt Marcel Kenter van het Paul Janssen Futurelab in Leiden. “Het DNA voor die genetische verandering wordt door een virus in de ­afweercel afgeleverd. Dat virus is kreupel gemaakt en kan zich niet meer vermenigvuldigen en verspreiden. De ­Nederlandse regering denkt daar anders over. En daarom moet de kliniek een milieuvergunning hebben. Die vergunningsprocedure duurt een jaar. En die tijd had Emily niet meer.”

Voor de helderheid: er spelen enkele zaken door elkaar. Ten eerste, het Europese beleid dat alle vormen van genetische modificatie onder één noemer schaart. Dat wil zeggen, alle moderne vormen, zoals met de genoemde virussen en Crispr-cas. Voor oude methodes, zoals bestralen en het gebruik van zware chemicaliën, gelden geen restricties. Die hebben volgens Brussel hun veiligheid bewezen – zie de rode grapefruit.

Daarnaast is er de Nederlandse interpretatie van Europese richtlijnen. Volgens die richtlijnen zijn er drie soorten vergunningen voor het werken met ­genetisch gemodificeerde organismes. Een lichte variant voor experimenten in een afgesloten ruimte (‘Ingeperkt gebruik’), een zwaardere voor het geval er een milieurisico is (‘Introductie in het milieu’) en een zeer zware procedure voor de toelating tot teelt, productie, import en export (‘Marktaanvragen’).

Ten slotte worden in Nederland alle toepassingen op een hoop gegooid. Of het nu een immuuntherapie is, een versleuteld gewas of een industriële toepassing, zodra er genetisch versleutelde organismen aan te pas komen, geldt hetzelfde regime.

Alarm 

De wetenschappers sloegen deze week alarm, omdat Nederland bij genetisch gemodificeerde geneesmiddelen of gentherapie altijd uitgaat van een milieurisico. Omringende landen (België, Duitsland, Verenigd Koninkrijk) hanteren daarvoor de richtlijn voor ingeperkt gebruik. “Omdat het in Nederland doorgaans onwenselijk en onmogelijk is om met gentherapie behandelde patiënten tegen hun wil in een ziekenhuis afgezonderd te houden”, schreef de verantwoordelijke staatssecretaris Van Veldhoven (infrastructuur & watermanagement) samen met minister Bruins (medische zorg) begin dit jaar in antwoord op Kamervragen, “kan verspreiding in het milieu van genetisch gemodificeerde organismen met bijvoorbeeld de urine niet altijd worden voorkomen”.

Wat een onbegrip! Deze virussen overleven niet buiten het lichaam.
Marcel Kenter, Paul Janssen, Futurelab

Dat antwoord was voor veel artsen en onderzoekers de druppel die de ­emmer deed overlopen, zegt Kenter. “Wat een onbegrip! Deze virussen overleven niet buiten het lichaam. Officieel werkt het ministerie van I&W al jaren aan evaluaties van zijn biotechnologiebeleid, maar in de praktijk gebeurt er niets substantieels en dan zijn deze antwoorden zeer teleurstellend.”

De huidige milieuwetgeving stamt uit de vorige eeuw en vindt volgens Kenter haar oorsprong in de jaren ­zeventig, toen de recombinant-DNA-techniek zijn opmars maakte en wetenschappers een kort moratorium afspraken om de risico’s te evalueren. “De ideeën daarover zijn zo achterhaald. De discussie daarover speelt al meer dan twintig jaar. Dit is 2019. De wetenschap heeft gigantische vooruitgang ­geboekt.”

Duur en ongewis

Dat vindt ook Bert Lotz uit Wageningen. Neem de aardappel, zegt de ecoloog. “Die is zeer gevoelig voor een schimmel die de beruchte aardappelziekte veroorzaakt. Meer dan de helft van de gewasbeschermingsmiddelen die Nederlandse boeren gebruiken, gaat op aan de bestrijding van deze schimmel. Nadat was gebleken dat wilde aardappelsoorten resistent waren tegen deze schimmel, is het een jaar of vijftien geleden gelukt deze resistentiegenen te identificeren en aan de consumptieaardappel toe te voegen.”

Die aardappel wordt niet door boeren verbouwd. Althans, niet in Europa. In de Verenigde Staten en Canada wel, daar zijn ze niet zo streng met hun milieuwetgeving. Europa ziet in de versleutelde aardappel een potentieel milieurisico en onderwerpt hem daarom aan een strenge procedure (de ‘Marktaanvraag’).

Lotz: “Die procedure is duur en de uitkomst ervan ongewis. Het hele proces kan wel tien jaar duren. Daarom is hier geen enkel bedrijf erin gestapt, hoe enthousiast ze ook waren tijdens het onderzoek. En dan te bedenken dat de resistente aardappel een zogeheten ­cisgene variant was. Dat betekent dat we deze aardappel ook via klassieke veredeling hadden kunnen verkrijgen.”

“Het enige verschil is dat die klassieke route van kruisen en nogmaals kruisen tientallen jaren had gekost. Met genetische technieken gaat het veel sneller en preciezer. Sterker nog, we hebben ­onlangs ontdekt dat de gewone consumptieaardappel die resistente genen nog steeds heeft. Ze staan alleen uit. Met Crispr-cas kunnen we ze zo ­inschakelen. Je hoeft dan als boer minder te spuiten. Maar ook die ­ingreep valt hier onder het strenge ­regime.”

Wetenschappers hadden de hoop dat ze met Crispr-cas de impasse zouden kunnen doorbreken. Met de techniek, die is gebaseerd op het afweersysteem van bacteriën, kan heel precies een ­bepaalde positie op het DNA worden opgezocht, waarna een gen kan worden vervangen of verwijderd. In de VS kwam die doorbraak er ook. Als je aan het eindresultaat niet kunt zien of de verandering met Crispr-cas is aangebracht en het net zo goed een natuurlijke variant zou kunnen zijn – of het ­resultaat van ouderwetse mutagenese – dan behandelen de Amerikanen het ook als een natuurlijke variant. Canada en China volgen dit voorbeeld.

Vorig jaar oordeelde het Europese Hof van Justitie dat Crispr-cas aan hetzelfde strenge regime moest worden onderworpen als andere genetische technieken

Europa niet. Vorig jaar oordeelde het Europese Hof van Justitie dat Crispr-cas aan hetzelfde strenge regime moest worden onderworpen als andere genetische technieken. De zaak was aangespannen door Franse organisaties, waarna het Franse hooggerechtshof het Europese Hof om een oordeel vroeg. Hoewel de advocaat-generaal een soepele omgang adviseerde, kwam het Hof tot een andere slotsom: het zijn allemaal genetische technieken, maar terwijl straling en chemie veilig zijn gebleken, kon dat van Crispr-cas nog niet worden gezegd.

Bedrijven haken af

Lotz zegt geen tegenstander van toetsing van milieurisico’s te zijn. “Maar dan moet die toetsing wel reëel zijn. Als niet duidelijk is hoe lang het gaat duren en hoeveel kosten ermee zijn gemoeid, is het begrijpelijk dat bedrijven afhaken. De regering heeft vele malen aan de Kamer toegezegd in Europa naar een oplossing te zoeken, maar daar is nog niets van terecht gekomen.”

Nederland is niet het braafste jongetje van de klas, zegt Kenter, maar de strengste meester. Hij heeft daar wel een verklaring voor. “We hebben te ­maken met een wet die geldt voor zeer verschillende toepassingen: landbouwgewassen en geneesmiddelen. Het vergt politieke moed om de wet zo aan te passen dat ze recht doet aan deze verschillen.”

Er speelt nog iets anders, vermoedt Kenter: “In Nederland valt het medische risico onder de CCMO (Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek), dat het medisch-wetenschappelijke onderzoek toetst. Daarvan ben ik van 1999 tot 2012 directeur geweest. De CCMO is een zelfstandig bestuursorgaan. Daardoor kan, als er iets misgaat met een medisch onderzoek, de minister van volksgezondheid niet ter verantwoording worden geroepen. Als er op ­milieugebied iets mis gaat, is de minister wél verantwoordelijk. Ik denk dat de krampachtigheid van het Nederlandse beleid daarmee heeft te maken. Men houdt vast aan het strenge beleid, niet vanwege de milieurisico’s, maar vanwege de politieke risico’s.”

Hij illustreert het verschil tussen een medisch en een milieurisico met een klinische studie met terminale kankerpatiënten, uitgevoerd in ­Nederland en Frankrijk. “Zij kregen een genetisch gemodificeerd geneesmiddel. Tijdens de studie overleed in Frankrijk een patiënt. Dat werd bij de CCMO gemeld en dat concludeerde dat de patiënt aan de kanker was overleden. Het ­ministerie van milieu ontving datzelfde rapport en kwam meteen in actie. De studie werd stilgelegd en de Nederlandse kliniek kreeg de milieu-inspectie op zijn dak. Dat laat het verschil wel zien.”

Lees ook:

Waarom milieueisen het kankeronderzoek belemmeren

De politiek volhardt in een strenge interpretatie van Europese richtlijnen. Voor veel patiënten komt behandeling hierdoor te laat.